Een niet geslaagde opnametransactie

Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, 3 juni 2015, nr. 2015 – 164

 

Feiten

Een consument heeft een bedrag van € 750,00 willen opnemen, maar zij meent dat deze opnametransactie niet gelukt is. Achteraf blijkt dat de bank een bedrag van         € 750,00 en een bedrag van € 4,50 (verwerkingskosten) van haar rekening heeft afgeschreven.

 

Eis van de consument

De consument vordert het bedrag van € 754,50 terug van haar bank. De argumenten voor haar vordering ontleent zij aan de omstandigheid dat de automaat toentertijd aangaf dat zij geen geld kon opnemen. Tevens voerde zij aan dat de logrol vermelde dat het geld na 29 seconden zou zijn uitgenomen, terwijl de automaat het geld na 30 seconden zou hebben ingeslikt.

 

Verweer van de bank

De bank voert aan dat de consument eerder op de dag geld probeerde op te nemen. Uit de logrol blijkt dat de consument een bedrag van € 800,00 wilde opnemen. Deze geldopname is geweigerd, omdat dan het daglimiet overschreden zou worden. De consument heeft vervolgens een bedrag van € 750,00 opgenomen met haar creditcard. Zij heeft erkend dat zij eerder op de dag een bedrag van               € 800,00 heeft willen opnemen. De bank verweert zich ook met het feit dat de automaat, op die dag, geen storingen had en dat de bankadministratie volgens de algemene voorwaarden leidend is. Artikel 18 Algemene Bankvoorwaarden beschrijft dat de bankadministratie volledig bewijs oplevert en dat de consument de gelegenheid heeft om tegenbewijs te leveren.

 

Oordeel van de Geschillencommissie

De Geschillencommissie oordeelt dat de consument heeft nagelaten om haar stelling te onderbouwen. En omdat zij haar stelling niet heeft onderbouwd, gaat de Geschillencommissie uit van een geslaagde opnametransactie. Gezien artikel 18 Algemene Bankvoorwaarden, is het bewijs van de bank leidend waardoor de logrol het standpunt van de bank onderbouwd en als juist wordt gezien.

De Geschillencommissie beschrijft verder de mogelijke situatie waarin een derde het geld heeft weggenomen. Indien dit gevaar zich heeft voortgedaan, dan ligt dit gevaar in de risicosfeer van de consument zelf.

Tot slot gaat de Geschillencommissie in over het tijdsbestek waarin de automaat het geld aanbiedt en/of intrekt. Volgens de Geschillencommissie maakt dit niet veel uit, omdat is komen vast te staan dat het geld niet door de automaat is ingeslikt.